Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De koning nu van Syrie had geboden aan de oversten der wagenen, van welke [60]hij twee en dertig had, zeggende: Gij zult noch [61]kleinen noch groten bestrijden, maar den koning van Israel alleen. 60. Namelijk, de oversten. 61. Dat is, noch de slechtste, noch de voornaamste onder de krijgslieden. Alzo worden door de woorden van grote en kleine in de Heilige Schriftuur verstaan allerlei soorten van mensen, oude en jonge, hoge en lage, rijke en arme, enz., Gen.19:11; Esth.1:5; Jer.16:6.